De safari

Verre Avonturen
Het Nepalese Chitwan National park herbergt maar liefst vijfentwintig procent van alle eenhoornige neushoorns ter wereld. Er leven ook everzwijnen, herten, beren, luipaarden en krokodillen en zelfs een kleine honderd Bengaalse tijgers. De kans een tijger tegen te komen is zo goed als nihil, de kans om een neushoorn te spotten schijnt groter te zijn. We boeken een ochtendwandeling door het park en een middagrit per olifant.
De avond voor onze wandeling waren ons de gedenkschriften op de muur van het hotel al opgevallen. Er zijn toeristen gedood door neushoorns en een aantal Nepalezen heeft heldhaftig handelen om hun cliënten te beschermen met de dood moeten bekopen.
Om zes uur 's ochtends uur komt onze safarigids. Het is een lange, aristocratisch ogende, jonge man met strakke gelaatstrekken, ongetwijfeld van een hoge kaste. Zijn Engels is onberispelijk en hij draagt een heus safaripak. Zelf hebben we de gebruikelijke wat sjofele backpacker outfit aan maar wel zonder de kleuren rood en wit omdat deze kleuren neushoorns schijnen aan te trekken, alsdus onze reisgids. Na een korte uitleg over de wandelng instrueert de safaribaas hoe te handelen in het geval van een aanvallende neushoorn:
Regel 1. Klim in een kleine boom.
Regel 2. Als er geen kleine boom aanwezig is: ga achter een grote boom staan. De neushoorn gaat er dan omheen en dat moet je dus zelf ook doen. Aangezien je geacht wordt een betere wegligging te hebben dan een twee ton zware neushoorn met een schouderhoogte van één meter vijftig tot zelfs één meter tachtig, schijn je dat spel te kunnen winnen.
Regel 3. Als er helemaal geen boom is: zigzaggen en ook dan hopen op een wat betere wegligging dan de neushoorn, die een snelheid van veertig kilometer per uur kan halen. Het helpt ook om kledingstukken uit te trekken en die al verder rennend achter te laten. Zigzaggend rennen en je ondertussen uitkleden; een sport apart.
De safaribaas vertelt er bij dat ze dit jaar reeds drie toeristen 'verloren hebben' aan neushoorns en dat deze voorzorgen dus uiterst belangrijk zijn. Vlak voor ons vertrek krijgen de gedenkschriften nog een nieuwe dimensie: een klein en wat zenuwachtig mannetje, duidelijk uit een aamzienlijk lagere kaste dan onze gids, voegt zich bij ons. Hij draagt een hagelwit shirt boven een versleten grijze broek en komt me vaag bekend voor. De safaribaas stelt hem voor als een gids in training.
We vertrekken. Onze trainee loopt een paar meter vooruit. Hij heeft een stok bij zich die hij krampachtig omklemt. Zijn grote ogen kijken voortdurend wat angstig om zich heen, wat de wandeling er duidelijk spannender op maakt. Je krijgt echt het idee dat er echt ieder moment zo'n humeurige kolos op je af kan komen stormen De safaribaas loopt achteraan. We lopen door twee tot drie meter hoog gras waar een paadje van anderhalve meter in is uitgespaard. Ik probeer me voor te stellen hoe je de drie regels in praktijk moet brengen. Er zijn geen bomen om in te klimmen en bomen waar je omheen kan gaan lopen zijn slechts in de verte zichtbaar, bereikbaar met een wedloop door het dichte olifantsgras, waarbij ik het waarschijnlijk wel afleg tegen twee ton dierlijke bulldozer. Blijft over het zigzaggen op een paadje dat anderhalve neushoorn breed is. Of zal ik vast iets bezweets uittrekken?
Als de gids in training op wat vers dampende uitwerpselen wijst en daarbij en wat angstig zacht 'Rhino' mompelt weet ik niet of ik nou moet hopen een neushoorn tegen te komen, wat toch de bedoeling van de wandeling is, of juist niet. We zien er geen een die ochtend. 's Middags gaan we per olifant het park in. Op de olifant is een soort omgekeerde tafel met afgezaagde poten bevestigd. Ieder zit in een hoek, waarbij de poot het zitten, in ieder geval voor mannen, wat ongemakkelijk maakt. Vanaf deze veilige zitplaats zien we twee neushoorns die in de modder liggen te baden. De dag bevatte verder nog een boottocht waarbij een paar krokodillen te spotten waren en wat vogeltjes kijken. 's Avonds ontspannen we wat in de beergarden van het Tiger Camp, gelegen aan de rivier.
Als we tenslotte teruggaan naar ons hotel worden we door de nachtwaker naar onze kamers gebracht, als we 's ochtends vertrekken zien we dezelfde man de kamers vegen. Ik weet inmiddels weer waar ik de 'gids in training' eerder heb gezien.
Theo schrijft niet alleen reisverhalen. Hij maakt tijdens zijn reizen ook prachtige foto's. Die vind je op zijn website: Pictures.TheoMolenaar.nl