
De Australische reisorganisatie Intrepid Travel bestaat dit jaar 25 jaar en om dat te vieren vroegen ze Daniel Klein en Mirra Fine van The Perennial Plate om een video te maken van hun wereldreis, waarin ze weergeven wat volgens hen reiz
Zodra ik mijn hotel in Addis Ababa uitstap word ik meteen geconfronteerd met de harde werkelijkheid in dit derde wereldland. Daklozen liggen overal op straat, bedelaars, melaatsen met stompjes in plaats van handen, blinden, geamputeerden en andere invaliden zijn alomtegenwoordig. Kleine kinderen lopen bedelend rond of verkopen kauwgom of zakdoekjes tot ver na middernacht. Gisteren zag ik een vrouw bijna midden op de weg liggen in een houding die je doorgaans slechts in films zit en waar dan met krijt een lijn omheen wordt getekend. Maar ondertussen is het iedere avond feest in de straat van mijn hotel.
Zo is de realiteit en ik voeg me ernaar. Ik kan per dag een paar euro's uitdelen maar de de situatie niet echt verbeteren. Dat is aan de Ethiopiërs met de peperdure Landcruisers en Range Rovers, die massaal geparkeerd staan voor Castelli, het Italiaanse restaurant een straat verder.
Uit de tientallen bars in straten rondom mijn hotel klinkt de levendige Ethiopische muziek. Geen westerse pop, en ook geen Afrikaanse muziek. Ethiopië heeft zijn eigen muziek met zelfs regionaal verschillende stijlen. De muziek is levendig en swingend, met een beat die zowel Afrikaans als Disco aandoet, sterkte, soms bijna westers aandoende arrangementen en zang in een Arabisch idioom, maar gezongen in het Amhaars. Ik kan de tophits al meezingen, er zijn sterke nummers bij die het in Nederland ook zouden moeten kunnen doen. De enige buitenlandse act die enige impact heeft gemaakt in Ethiopië is Bob Marley. De nieuwste tophit handelt over zijn botten die naar de Rastakolonie moeten worden overgevlogen, maar waarvoor de Jamaicaanse regering geen exportvergunning wil afgeven omdat ze tot het nationaal erfgoed gerekend worden.
De bars variëren van ruime gelegenheden met terrassen buiten tot kleine hokjes met pastellichtjes en een overmaat aan barmeisjes. Er zijn verlichte en zo goed als duistere gelegenheden, wat overigens niets zegt over het karakter ervan, zaken met een poolbiljart en zaken met een dansvloer.
Eerder op de reis heb ik, samen met mijn Belgische stapmaatje Diederik, al de nodige gelegenheden bezocht. In Gondar waren een paar traditionele dans-nachtclubs. In een hoekje zit een man met een aantal trommels. Samen met een man die een traditionele één-snarige viool zonder toets speelt verzorgt hij de begeleiding en zingt, afgewisseld door een zangeres in wit traditioneel gewaad dat is afgezet met borduursels. De zang is grotendeels geïmproviseerd, op zinnen die door de toeschouwers worden aangereikt. Af en toe wordt er gelachen. Het is duidelijk dat ook wij het onderwerp zijn. Twee meisjes in dezelfde witte kledij als de zangeres dansen de traditionele dans uit die streek. Ze wordt gekenmerkt door het in een razend tempo schudden met de schouders. Na een dans wordt een bankbiljet op het voorhoofd van de danseressen geplakt. De sfeer is geanimeerd en levendig, we moeten natuurlijk ook een poging wagen, waar we houterig en onder hilariteit gehoor aan geven.
We wisselen van kroeg en worden door twee jongens meegenomen naar een tent waar de vervormde muziek pijn doet aan de oren en geen stroom meer over lijkt voor enige verlichting. De beste dancing van de stad. We laten het aan ons voorbijgaan en gaan naar de overkant, waar een bar is met dezelfde ingrediënten maar iets smaakvoller gedoseerd. We drinken een paar biertjes en bekijken de uitgelaten dansende feestvierders. Voor een spiegel zitten twee jongens en een meisje naar zichzelf te staren, met de rug naar het publiek. Na ieder nummer wordt geapplaudisseerd.
Na een tijdje verlaten we de bar en lopen op goed geluk ergens anders binnen. Het is bijna leeg, de muziek is rustiger en er wordt niet gedanst. De barmeisjes bedelen om een biertje. Ze zijn er om de omzet te verhogen en hebben steevast een voor hun leeftijd en figuur veel te omvangrijk middel. Geef je er één een bier dan staat dat natuurlijk voor interesse tonen. We geven ze alle vijf en de madam achter de kassa een drankje. Kost iets meer dan twee euro. Later hebben we dat in allerlei tenten herhaald. Je trakteert wat en lacht wat, maar maakt duidelijk dat er niets meer inzit. Overigens spreken de barmeisjes nooit Engels en lijken ze weinig idee te hebben wat ze nu met die buitenlanders aan moeten. Evenmin zien we andere toeristen. Dit zijn lokale gelegenheden.
Nu in Addis word ik de eerste avond dat ik uitga meegenomen door een groepje van vijf vrolijke drinkers, die een avondje op pad zijn in het uitgaanscentrum. Eén ervan spreekt Engels en we hebben menige discussie over alles wat met Ethiopië, Bob Marley en Nederland te maken heeft. We drinken tap-bier. De tap is gemonteerd op een diepvrieskist, die als koeling dienst doen; het vat ligt er gewoon in. Ze bestellen steevast en paar glazen extra waarvan de inhoud bij de snelste drinkers wordt bijgeschonken. Als het vat leeg is komt de rekening en verhuizen we naar de volgende bar. We verhuizen een paar keer; iedere bar heeft een net iets andere sfeer. Veel Ethiopiërs, altijd mannen trouwens; – fatsoenlijke vrouwen komen niet in bars -, begroeten me, schudden mijn hand en vragen waar ik vandaan kom. Andere toeristen zie ik niet. Ik realiseer me dat ik wat meer over voetballers te weten moet komen als ik ze niet meer wil teleurstellen, wat geen bemoedigende gedachte is. Mijn nieuwe vrienden bestellen vlot door, het is lastig er een rondje tussendoor te krijgen. Ik moet meezingen over de botten van Bob en meedansen op een andere tophit, waarvan de naam me snel ontschoten is.
Naarmate de avond vordert begint het tempo af te nemen. Nog één rondje, het wordt tijd om te gaan. Op de valreep roepen ze er nog een bevriend barmeisje bij dat even danst en in razend tempo twee flessen leegdrinkt. Precies het wisselgeld. Mijn rekening bedraagt nu zo'n één euro tachtig in plaats van één euro tien. Ik kan er wel om lachen. Met een paar drankjes eerder ben ik zo'n vier euro kwijt aan dit avondje stappen. Mijn nieuw verworven drinkvrienden staan er op me naar mijn hotel, dat iets verderop in de straat gelegen is, te escorteren. Er worden telefoonnummers op mijn hand geschreven voor de volgende keer dat ik in Addis ben. We nemen afscheid. Het zou Ethiopië niet zijn als dat niet speciaal ging. Een handdruk gaat hier gepaard met het tegen elkaar drukken van de rechterschouder. In tijden niet zo leuk gestapt eigenlijk.
Theo schrijft niet alleen reisverhalen. Hij maakt tijdens zijn reizen ook prachtige foto's. Die vind je op zijn website: Pictures.TheoMolenaar.nl