
De Australische reisorganisatie Intrepid Travel bestaat dit jaar 25 jaar en om dat te vieren vroegen ze Daniel Klein en Mirra Fine van The Perennial Plate om een video te maken van hun wereldreis, waarin ze weergeven wat volgens hen reiz
Harar is een interessante plaats voor een dag of twee. Een ommuurde moslimstad met middeleeuwse steegjes en paadjes waaraan huizen liggen met kamers waarbinnen dozijnen geëmailleerde schalen als versiering aan de muur hangen. 's Avonds voert een man vlak buiten de stadspoorten hyena's uit de mond. Wat is gestart als de bezigheid van een excentrieke zonderling is nu een toeristische attractie, met alweer de vijfde hyenaman in successie.
Het is tijd terug te gaan naar Addis. `s Avonds koop ik bananen, biscuit en een sapje. Ik moet om half vijf op en er is geen tijd voor ontbijt. Van het hotel naar het busstation is een kilometer lopen; ik ben er om vijf uur. Op het busstation wordt mijn kaartje een paar keer gecontroleerd en de bagage opgeladen. Vervolgens worden de stoelnummers opgelezen en moeten de passagiers één voor één, op volgorde van stoelnummer, achter een hek plaatsnemen. Ik heb een uitzonderingspositie, van mij weten ze dat ik een kaartje heb en welk stoelnummer en ik lijk ook hardnekkig niet te begrijpen wat ze bedoelen. Met twee touwen wordt de uitgang van het hekwerk verbonden met de deur van de bus en de reizigers worden als bij een vliegreis ingechecked. Nog voor iedereen zit komt een menigte familieleden, verkopers en blinden de bus instappen. Een man toont me een camera; ik kijk niet geïnteresseerd en hij verdwijnt in de rugzak van mijn buurman, een student die twee weken vakantie heeft en naar familie gaat.
Om exact zes uur vertrekt de bus. Het is nog koud. Er zijn vijf zitplaatsen per rij, ik heb niet veel ruimte. Maar ik geniet van dat soort ritten, de landschappen en het gebeuren in de bus en onderweg. Het feit dat er geen andere toeristen zijn maakt het natuurlijk nog leuker. Over de weg zijn op verschillende plekken touwen gespannen. Het zijn douaneposten. Vanuit Somalieland, een afgescheiden deel van Somalië dat, hoewel al 21 jaar onafhankelijk, door geen enkel land erkend is wordt op grote schaal gesmokkeld. Bij elke post, en we komen er zeven tegen, moet iedereen de bus uit en wordt deze onderzocht. Ook de bagage op dak wordt gecontroleerd en koffers moeten open. Ontdekte waar wordt in beslag genomen en opgeborgen in containers. Mijn rugzak hoeft als enige niet open. Het is verbazingwekkend, of meer waarschijnlijk onderdeel van een spel, dat er bij opeenvolgende controles toch steeds iets nieuws gevonden kan worden. Voor het laatste checkpoint, vlak bij Addis, word de camera van mijn buurman aan mij in bewaring gegeven. Ik stop hem in mijn daypack, bij mijn eigen camera's. Deze keer wordt alles heel grondig overhoop gehaald en weer wordt het nodige geconfisqueerd. Als de bus weer wegrijdt gaat de man van de camera de bus door met een plastic zak. Uit de broekzak van een man met een lange jas, tussen de plooien van rokken, uit handtassen van oude vrouwtjes, overal komen de Konica's vandaan.
Het is half acht als we op het busstation aankomen. Tijd voor moeizaam onderhandelen over de prijs van de taxi. Ik heb niet de fut tot het uiterste te gaan en betaal natuurlijk te veel. Het is halfnegen en bijna zestien uur nadat ik in Harar mijn hotel verliet als ik mijn tas laat vallen op de kamer.