
Guatemala is een fascinerende veelzijdige bestemming. De mystieke Mayaruïnes bij Tikal, het prachtige meer van Atitlan, de Indianenmarkt in Chichicastenango en het antieke Antigua maken het tot één van de bijzonde
Totonicapan is een niet al te grote stad in Guatemala. Ondanks de aanwezigheid van warmwaterbronnen en stoomspuiters in de omgeving (Totonicapan betekent ‘bij het warme water’) is er voor toeristen niet zo veel te beleven. Omdat het stadje wel een logische tussenstop is op de lange afstand tussen Mexico (bijvoorbeeld San Cristobal de las Casas) en het Meer van Atitlan, komen er wel regelmatig toeristen terecht. Om die reden en om de financiële situatie van de plaatselijke families in het armste land van Latijns-Amerika te stimuleren, heeft een Nederlandse reisleider een jaar of acht geleden een stichting opgericht van waaruit thuisovernachtingen georganiseerd worden.
Begin augustus 2011 stap ik met mijn drie reisgenoten het Casa de la Cultura binnen, vanwaaruit dit initiatief wordt geregeld. Op een rijtje zit er van elk gezin een vertegenwoordiger klaar om zijn of haar groepje toeristen mee te nemen. Wij worden gekoppeld aan Izabel, die ons meeneemt naar een taxibusje. We moeten af en toe even slikken, want we rijden steeds armere buitenwijken in. Uiteindelijk houden we halt bij een garagebedrijf, dat we binnenlopen. Dan blijkt dat we het helemaal niet zo slecht treffen! We waren al bang dat we in het stro tussen de kippen zouden moeten slapen, maar we blijken te gast te zijn bij een, voor Guatemalteekse begrippen, redelijk welgestelde familie. Izabel werkt in het ziekenhuis en haar man heeft een garage waarbinnen hij ook leerlingen opleidt. Op één zoon na studeren alle kinderen in de Verenigde Staten.
Izabel spreekt alleen Spaans, dus de eerste contacten zijn met behulp van handen en voeten en ons steenkolenspaans. We mogen plaatsnemen in de woonkamer, waar we koffie krijgen aangeboden. Alleen de zoon en de man van het gezin spreken redelijk Engels, waardoor echte gesprekken nog een uurtje op zich laten wachten. Die tijd moeten we zien te doden met de grote berg familie-fotoalbums die we gekregen hebben om door te spitten. Izabel gaat in de tussentijd in de keuken aan de slag om ons op een goede maaltijd te kunnen trakteren.
Als het eten lekker staat te pruttelen, nodigt Izabel ons uit om onder haar begeleiding een wandeling door de omgeving te maken. We stappen de deur uit en duiken meteen de maisvelden in. Tegen de schemering wordt dit nog een spannende onderneming. Onze gastvrouw huppelt soepel door de smalle paadjes, terwijl ze ons niet meer weet duidelijk te maken dan dat hier overal mais en bonen groeien. Wij strompelen er voorzichtig achteraan, moeizaam onze weg zoekend door de ongelijke weggetjes. Als we terugkeren, zijn we blij dat het eten zo goed als klaar is. Eerst maken we nog even kennis met Fanny, de dakhond. De hond des huizes brengt haar leven alleen maar door op het dak van het huis en komt nooit beneden. Ze probeert zo goed als ze kan met ons te spelen, maar de afstand maakt het toch wat lastig.
Dan is het tijd voor het eten. We schuiven aan tafel met het hele gezin, en wat huisvrienden. De pot schaft een scherpe kippensoep, die natuurlijk wordt opgediend met de bekende verse tortilla’s. Die dingen komen me al vanaf dag drie in Latijns-Amerika m’n strot uit, maar vanzelfsprekend blijf ik beleefd en werk ik er een paar weg. Gelukkig is de hoofdschotel heerlijk! Er ontstaat tijdens het eten iets wat op een gesprek lijkt. Wij moeten uitleggen wat we in het dagelijks leven doen en wat we van Guatemala vinden. Onze gastheer drukt ons voornamelijk nog eens op het hart dat we geen toiletpapier door mogen spoelen.
Na het diner nodigt de zoon ons op zijn kamer uit, waar we een elektrische piano aantreffen. Hij geeft een mini-concert, waarna hij ons uitnodigt om ook iets te spelen. De muzikale bagage van mijn reisgenoten is helaas niet zo hoog, waardoor deze uitdaging op mij neerkomt. Twee polonaises later besluit ik het concert te beëindigen, waarna de activiteiten in het gezin een beetje worden gestaakt. Rond negen uur liggen we in bed, maar de indrukken van deze dag zorgen ervoor dat we de slaap snel vatten en doorslapen tot de volgende morgen.
We krijgen warm eten als ontbijt: Izabel heeft een of andere aardappel-kip-bouillonpuree voor ons klaargemaakt, waarna ze afscheid moet nemen, omdat ze naar haar werk moet. We bedanken haar uitvoerig voor de gastvrijheid en stoppen haar nog wat quetzals, de plaatselijke munteenheid, toe. Haar man brengt ons na het ontbijt terug naar het Casa de la Cultura, maar de weg daarheen biedt ons nog één verrassing!
Het taxibusje dat ons terug moet brengen naar het centrum is vol. Toch moeten we mee. Een van ons past nog in de bus, maar twee van ons moeten achter op de bumper gaan staan en zich vasthouden aan de imperial. Zelf sta ik in de geopende schuifdeur aan de zijkant, terwijl ik me vastklamp aan het dak. Het is erg jammer dat een dergelijke vorm van vervoer in ons door regeltjes gesmoorde land niet wordt toegestaan. Wederom een interessante ervaring rijker arriveren we in het Casa de la Cultura.
Daar komen we andere Nederlanders tegen die ook bij een gezin geslapen hebben. We proberen ze wijs te maken dat we tussen de kippen geslapen hebben, maar daar trapt helaas niemand in. Toch blijkt dat wij (in zekere zin) geluk gehad hebben met ons gastgezin, want de andere toeristen hebben een veel soberdere nacht achter de rug.
Ben je in Totonicapan, dan kun je het slapen bij een dergelijk gastgezin regelen bij het Casa de la Cultura dat te vinden is op 8a Avenida 2-17 Zona 1. Tel. 7766-1575