
Costa Rica is zeker een bucketlist bestemming. Het Zuid-Amerikaanse land is prima geschikt als selfdrive bestemming. Duik de natuur in en ga op avontuur in Costa Rica!
Op reis, vooral als je wat langer weg bent, heb je soms ineens tijd op plekken waar je tevoren geen tijd had willen besteden. Je kunt ergens stranden doordat zaken mis gaan met vervoer, doordat je meer papieren nodig dan waar je op gerekend had of doordat een tripje waarop je gerekend had vol zit of niet doorgaat.
Palmar, in Costa Rica, was mijn basis om het indianenfestival in het Boruca reservaat te bezoeken. Ik had een plekje, een leuk hutje aan een klein zwembad in een tropische tuin, gereserveerd en betaald voor vier nachten, verwachtend dat het gezien het festival misschien druk zou worden. Na een eerste ochtend op het festival realiseerde ik me dat het niet echt de moeite waard was voor meerdere dagen.
Gezien afstanden, vervoer en verdere reserveringen zat ik dus min of meer vast in een, volgens mijn reisgids, vrij oninteressante plaats, zonder veel attracties.
Maar er is natuurlijk ook een ander perspectief. Soms werpt het grote teveel zijn schaduw op het kleine waardoor je dat niet meer ziet. Leiden attracties af van de onderliggende omgeving. Een andere blik, meer gefocust op het kleine en het alledaagse kan leiden tot een blijvender impressie dan het zoveelste strand of weer een plek waar je een oerwoud kunt slingeren, om maar wat attracties te noemen die in Costa Rica opgang doen.
Palmar bestaat eigenlijk uit twee plaatsen. Palmar Sur en Palmar Norte. De kustweg kruist er de Pan Americana, wat meteen het karakter grotendeels bepaalt. Althans van Palmar Norte.
Palmar Norte is grotendeels van steen. De straten zijn van zwart asfalt en er zijn relatief veel discotheken die betere tijden lijken te hebben gekend of toch doen denken aan een gelegenheid bestemd voor andere genoegens dan dansen. Er zijn restaurants en kroegen met dubbele deuren die openstaan. Doordat er over de volle breedte een kleine meter na de opening een manshoog reclamebord voor bier staat is de eventuele gezelligheid van buitenaf niet te aanschouwen. Er zijn ook veel cabana's, een soort lokale versie van Amerikaanse motels, vaak met vrijstaande hutjes, zoals het mijne. Winkels met buitengewoon onmodieuze kleding, genoeg supermarkten voor een stad van drie maal de omvang en een aantal fast food gelegenheden. Garage's, banden, onderdelen en benzine. Het geheel ziet er uit de grond gestampt uit, met een bestemming die zo te zien tot dusver niet bereikt is.
Palmar Sur, dat vlakbij aan de andere kant van een rivier ligt, is van hout. Een stoffige half verharde weg met een beige tint voert langs een houten kerkje, een paar winkels met gesloten luiken en een garagebedrijf waarvoor een paar mensen op plastic stoeltjes wat loom voor zich uit zitten te kijken. Aan de andere kant van de weg percelen met tussen groen verscholen houten huizen in allerlei gradaties van omvang en verval. Het pad gemarkeerd met twee witgeschilderde, vrachtautobanden zal aan de garagehouder behoren. Er staat een stoomlocomotief uitgestald op een zanderig plein. Erbij liggen wat ronde keien van een kleine meter doorsnede, die uit de precolumbiaanse tijd dateren. Waarom mensen toen dat soort keien vervaardigden is vergeten. Aan het begin van het pad is zowaar een vliegveld. Een betonnen strip, met een houten keetje in afgebladderde blauwtinten ervoor waarvan de luiken zijn gesloten. Volgens een bord is dit het luchtvaartkantoor. Het plaatsje gaat langzaam over in platteland en overgroeide percelen. Het is alsof de bestemming langzaam verloren is gegaan.
's Avonds neem ik een kijkje in de barretjes van Palmar Norte, nadat ik gegeten heb bij een lokale Chinees; tl-balken, mistige landschappen en draken aan de muur en een menu met nummers, het is net als thuis. De stapavond wordt kort. Uit ieder café klinken luide bassen onder sentimenteel bedoelde melodieën, vals en onvast gezongen door halfdronken bargasten. Karaoke is ook hier het volksvermaak. Echt loos gaat het niet, het komt allemaal wat plichtmatig over. De stenen stad verdrinkt hier in houterigheid.
Theo schrijft niet alleen reisverhalen. Hij maakt tijdens zijn reizen ook prachtige foto's. Die vind je op zijn website: Pictures.TheoMolenaar.nl