Met meer dan achtduizend gebouwen van veertien verdiepingen of hoger heeft Hong Kong meer wolkenkrabbers dan welke stad ook ter wereld. Ter vergelijking: het zijn er bijna dubbel zoveel als New York. Een van de dichtsbevolkte plekken ter
Xining – De provinciestad
Verre Avonturen
Het is een misverstand dat reizigers altijd op opwindende plekken verblijven en alle alledaagse saaiheid uit hun bestaan verbannen hebben. Opwindende plekken danken, naast natuurschoon en een kleurrijke bevolking hun waarde vaak aan specifieke attracties of speciale gebeurtenissen als festivals.
Is de gebeurtenis voorbij, de attractie gezien dan is de koek op en blijft de plaats achter als een lege verpakking. De afbeelding van de koek blijft alomtegenwoordig aanwezig, lonkt in souvenirwinkels en op brochures naar nieuwe bezoekers, maar kan geen enthousiasme meer opwekken.
Reizigers stranden soms, zoals ik ditmaal voor een visumverlenging, en dat is niet altijd op een plek waarover reisgidsen jubelen. Ik beland in Xining: 'een betonnen Chinese stad, zonder noemenswaardige attracties'. De visumverlenging gaat een paar dagen duren. 'Harry’ is er niet op vrijdag en hij regelt de visa' aldus ‘Jack’ de vriendelijke agent van het Public Security Bureau; de gevreesde lokale politie die in sommige plaatsen een bijna goddelijke almacht heeft. Hier niets dan vriendelijkheid en hulpvaardigheid. Maar ik ben dan ook geen dissident natuurlijk.
Gelukkig ben ik in een stad gestrand en niet in een klein plaatsje. Dorpen vinden hun oorsprong in het plattelandsleven. Een leven gedicteerd door de opeenvolging van seizoenen, zonsopgang en zonsondergang, tradities en overlevering, cycli in cycli. Leuk voor even maar wat eendimensionaal en behept met een omgeving die al gauw overgaat in niet te belopen afstanden. Steden daarentegen zijn gebouwd op de ambities van vorsten, kooplui, avonturiers, gelukzoekers en wanhopigen. Een divers gezelschap met een al even divers lot. Een plek waar de mens de omgeving heeft gevormd in plaats van andersom. Een stad kun je ontdekken, laagje voor laagje uitpellen. Zo ook deze betonstad. Er zijn parken, pleinen, monumenten, bruggen, markten, stegen, dubbeldeksbussen, luxe warenhuizen, gat-in-de muur winkels, oude Chinese wijkjes, wolkenkrabbers, kerken en moskeeën, kleine festiviteiten en mensen: jong en oud, modern en ouderwets, trendy en in Mao kostuum, punky en in uniform.
Iedere ochtend loop ik langs een rijtje lage hokjes gelegen voor de brug die vanaf mijn hotel naar de stad leidt. Die hokjes herbergen een vrij regelmatige opeenvolging van koffers-en tassenwinkels, 'kapsalons' met schaars geklede popperige meisjes die allemaal heel graag mijn haar willen doen en restaurantjes die een maaltijd serveren van kopvlees van schapen. De 's ochtends nog vlezige koppen zijn 's avonds bij het vale maanlicht dat door het wolkendek dringt grijnzende witte schedels met nog een paar geïsoleerde velletjes erop.
Verderop, langs de hoofdstraat, zijn podia opgericht, waarop de aandacht wordt gevestigd door rode halve bogen van plastic, opgeblazen door buitenmodel haardrogers. Op de podia, dansgroepjes in strak leer, meidengroepjes, karaoke artiesten en een saxofonist die over een eentonige housebeat blaast. Voor een DICO, de lokale versie van Kentucky Fried Chicken, doet het personeel, zich duidelijk generend, met een slecht gechoreografeerd en ongelijk uitgevoerd dansje (zie video) ook een duit in het zakje. Weer iets verder is een markt, waar stenen worden verkocht. Gladde, blauw met groene, rood met bruine of wit met gele stenen in afmetingen variërend van een forse kiezelsteen tot metershoge rotsblokken die door sommigen nauwgezet door een loupe bekeken worden.
Vlakbij wordt een tweedaagse culinaire manifestatie gehouden. Er is gefrituurde Tofu die rijkelijk met dieprode peper bestrooid wordt en sjaslik in islamitische en Chinese varianten. Piepkleine vogelkarkasjes worden in grote pannen rondgeschept, er is soep met visballetjes, in bamboe gegaarde rijst en gefrituurde inktvis. Er worden poffertjes gebakken van aardappelmeel met vis. Een roepende man vestigt mijn aandacht op een kraam met een nog origineler aanbod: ik zie stokjes met schorpioenen, duizendpoten, kevers en kakkerlakken, alle even glanzend zwart. Ik laat het laatste aanbod maar aan me voorbijgaan, maar eet rijkelijk van al het overige en verbaas me meer nog dan voorheen over de populariteit van de weke smakeloze producten die ketens als McDonalds en KFC over het land uitstrooien. Er zijn een aantal kraampjes waar flessen sterke drank aangeprezen worden door keurig geüniformeerde meisjes. Ze hebben foldertjes waarop steevast een man met een witte jas en een vertrouwenswekkend uiterlijk prijkt die zo te zien de heilzame effecten van het betreffende drankje aanprijst.
Langs de hoofdstraten hangen metershoge reclames voor kleding en make-up met meest westers ogende modellen figureren. Een zeer gemêleerd maar over het algemeen goed gekleed publiek flaneert door de stad. Oude mannen met petjes en pijpen geven het nog net een chinees cachet. Sjofel geklede vrouwen met een gekleurd hesje vegen de straten. Bejaarden struinen de blauwe prullenbakken af die getooid zijn met de tekst ‘Protect circumstance begin with me’. De prullenbakken voor alles wat gerecycled kan worden raken nooit vol. Het Chinese welvaartswonder.
Wordt in de luxe boetieks gelegen aan de hoofdstraten kleding verkocht voor bijna westerse prijzen, in de zijstraten en op de wat verderop gelegen markten geldt een andere economie. De straat verruilt een glimmend natuurstenen bedekking via stoeptegels voor onverharde paden met kuilen. De mensen gaan ouder, minder elegant, Chineser en ruiger ogen. Er wordt meer gerocheld en gespuugd, er zijn baarden en maopetten, de gevels van huizen en winkels zijn steevast voorzien van een groezelig laagje en het vlees wordt onder plastic afdakjes van grote lappen afgesneden. De prijs van shirts en broeken daalt beneden Zeeman-niveau, evenals de aankleding. De Cd’s zijn weer illegaal en de frisdrank lauw. Iedere meter lijkt een stap terug in de tijd tot ik weer in het Beijing van 1993 ben.
Theo schrijft niet alleen reisverhalen. Hij maakt tijdens zijn reizen ook prachtige foto's. Die vind je op zijn website: Pictures.TheoMolenaar.nl