
Dublin is nog zo'n stedentrip waar je aan kan haken bij gezellige lokale events. Het Bram Stoker Festival rond Halloween of een culinair feestje met Taste Dublin. Wanneer ga jij?
Wat weten we van Ierland? Dat het er zo goed als altijd regent, Dublin de hoofdstad van het land is, dat Ieren van zingen en (veel) drinken houden en dat het er erg groen is. Van Cork, de tweede stad van het land, en omgeving weten we daarentegen niet zoveel. Volledig onterecht, zo bleek. Gids Mia nam me aan de hand en onthulde een aantal geheimen van Zuidwest Ierland.
Met iets minder dan tweehonderdduizend inwoners is Cork de tweede stad van Ierland en de grootste in de provincie Munster. Hoewel de meeste mensen hun vakantie in Dublin beginnen, kun je vanaf Amsterdam en Brussel ook rechtstreeks naar Cork vliegen. Ook ik sla deze keer de hoofdstad over en word anderhalf uur later welkom geheten op Aerfort Chorcaí, Iers voor Cork Airport. In Ierland wordt alles in twee talen weergegeven. Wel zo handig, want van het Iers, ook bekend als Iers Gaelic, is weinig soep te maken.
Hoewel Cork de tweede stad van Ierland is, beschikt het over een klein en compact stadscentrum. Liefhebbers van shoppen komen in de opgeknapte hoofdstraat St. Patrick's Street volledig aan hun trekken. Voor iets meer sfeer en traditioneel eten (dat wil zeggen vlees) ben je in de English Market aan het juiste adres. Bij binnenkomst in de overdekte markt komen de geuren je al tegemoet.
Cork wordt volledig doorkruist door de River Lee. In die rivier huisvest zich meteen het eerste geheim van Cork. In het juiste seizoen kun je namelijk dolfijnen spotten. Met de snelle boot van Cork Sea Safari kan je al stuiterend over de golven proberen deze prachtige dieren te zien.
De haven van Cork is na Sydney de grootste natuurlijke haven in de wereld en dat blijkt niet alleen voor dolfijnen een fijne plaats om te spelen, maar ook haaien weten de baai veelvuldig te vinden. Garanties zijn er natuurlijk niet, het is geen dierentuin!
Als we Cork verlaten om Zuidwest Ierland verder te ontdekken breekt onmiddellijk de zon door. Volgens Mia niet zo vreemd, want het zuiden heeft ongeveer duizend zonuren per jaar. In tegenstelling tot het noordelijker gelegen Dublin, dat het moet doen met slechts achthonderd. Daarmee is ook het tweede geheim blootgesteld. De vele zonuren en de invloed van de warme golfstroom maken het zelfs mogelijk dat palmbomen er uitstekend kunnen aarden. Dat is toch niet het eerste waar je aan denkt bij het land Ierland? We passeren verschillende schilderachtige dorpjes, groene heuvels en voortkabbelende beekjes voordat we aankomen in Ahakista voor de lunch. Het is begin oktober, maar we kunnen zonder jas buiten eten, kijkend naar het heldere water en mannen die hun vissersbootjes in alle rust onder handen nemen voor een opknapbeurt.
De nacht breng ik door in Liss Ard Estate, nabij het plaatsje Skibbereen. Een oase van rust in het glooiende Ierse landschap. Arthur, de manager van het landgoed, laat vol trots zijn bezit zien. En terecht, want het bosrijke park van tweehonderd hectare is werkelijk waar prachtig met haar meren, wandelpaden en een heuse krater, waar je 's nachts in alle rust en zonder kunstlicht van de sterren kunt genieten.
De volgende ochtend vertrekken we naar het kuststadje Kinsale. Daar leer ik meer over de geschiedenis van Charles Fort, dat op een klif 'waakt' over de stad, en slenter ik door de gezellige straatjes met haar karakteristieke gekleurde huizen, winkeltjes en boetiekjes.