Klimaat en beste reistijd Mongolië
Mongolië heeft te maken met een mix van extreme landklimaten, woestijnklimaten, een steppeklimaat in het oosten en een hooggebergteklimaat in berggebieden zoals de Mongoolse Altaj en het Changajgebergte. De winters zijn (extreem) koud en duren lang, er valt weinig neerslag en de zomers in de lager gelegen gebieden zijn warm tot heet, maar duren kort. ‘s Nachts koelt het ook in de zomermaanden flink af, zodat de temperatuur binnen een etmaal normaliter zo’n twaalf tot meer dan twintig graden schommelt.
De extremen komen omdat Mongolië grotendeels uit hoogvlakte bestaat, dat grotendeels tussen de duizend en tweeduizend meter boven zeeniveau ligt. Het permafrost, een ondergrond die nooit helemaal ontdooit, beïnvloedt het weer ook.
In de Gobiwoestijn kan het kwik in de zomer oplopen tot 40 graden, maar in de winter kan het evenzo hard vriezen. Het toeristisch hoogseizoen duurt van mei tot augustus en dan zijn de temperaturen over het algemeen aangenaam. Het kan ook in de zomer ’s avonds wel flink kan afkoelen, vooral als de wind uit de richting van Siberië waait. Er valt vooral in juli, augustus en september neerslag in de vorm van korte, stevige buien.