
Een vrouw naast ons, zit in zichzelf psalmen te galmen, verkopers hangen verveeld rondom een oude transistorradio en een kind zit een kip achterna, terwijl de regen zich tussen de spleten van het golfplaten dak dringt. De Spartaanse houten banken
Een vrouw naast ons, zit in zichzelf psalmen te galmen, verkopers hangen verveeld rondom een oude transistorradio en een kind zit een kip achterna, terwijl de regen zich tussen de spleten van het golfplaten dak dringt. De Spartaanse houten banken van het kleine busstation in Manilla zijn overduidelijk niet ontwerpen voor backpackende Westerlingen. Kreunend en steunend komt de aftandse schroothoop voor ons neus tot stilstand. Blijkbaar is dit het vervoermiddel dat ons vanuit de Filipijnse hoofdstad naar Banaue gaat vervoeren.
Het is pikkedonker als, tegen tienen, de halfvergane nachtbus zich in beweging zet. Ik heb het 'geluk' dat ik precies bij een wielkast zit. Dachten we tijdens het wachten dat de bankjes hard en krap waren, laat ik dan nu maar zwijgen over het comfort waarmee we de nacht tegemoet gaan. Buiten vallen de kraaien gebakken van het dak en dat beweegt de chauffeur er toe, de airconditioning op standje vrieskist te zetten. Het is aardedonker in de bus en mijn backpack ligt ergens in het vehicle waar ik er niet bij kan. Geen enkele kans om ergens een lange broek vandaan te toveren. Ik probeer mezelf warm te houden en drapeer mijn daypack over mijn schoot.
Na een nacht afzien, arriveren we de volgende ochtend rond half zeven in Banaue, bekend vanwege haar rijstterrassen. De rijstterrassen worden door velen beschouwd als ware kunstwerken. Ze zijn namelijk geheel met de hand zijn aangelegd in een tijd dat er nog geen machines beschikbaar waren. UNESCO zette in 1995 de terrassen op haar werelderfgoedlijst. De rijstterrassen liggen op zo'n 1700 meter boven zeeniveau en beslaan een oppervlakte van ongeveer 6400 km².
“Vraag uitbaatster Lily, naar de verhalen over haar opa, een antropoloog aan de Yale Universiteit die uitgebreid onderzoek deed naar de Ifugao (red. inheemse bevolkingsgroep berucht vanwege een verleden als koppensnellers) cultuur, of informeer naar haar vader William die antiekhandelaar was,” jubelt de Lonely Planet als tip bij het door ons uitgekozen Banaue View Inn. “Lily?” krijgen we als reactie, wanneer we inchecken. Blijkbaar is Lily er niet (meer). We ontbijten met toast en bananen en charteren een tricycle.
De mevrouw die Lily niet is, raadt ons aan naar Batad te gaan, dat is de beste plek om de beroemde rijstterrassen te zien. Ben je langer dan 1.60 meter en is je broekmaat groter dan maatje 36, dan is plaatsnemen in tricycle net zoiets als tandpasta terug in de tube proberen te duwen. Als twee Calimeros die ieder moment uit het ei kunnen barsten, hobbelen we kilometers lang over een pad vol putten en kuilen naar de 'hemel op aarde'.
“Die kant op,” bromt onze chauffeur ongeïnteresseerd. “Omhoog!” gebaart hij erbij. We beginnen aan onze trekking, geen idee of we de goede kant oplopen. De paadjes worden steiler en smaller, we komen niemand tegen. Het is oorverdovend stil, de lucht is zuiver, een verademing na een paar dagen in het hectische en benauwde Manila. We stijgen en dalen en vreten kilometers. “We zij-hijn dr,” hijg ik naar mijn reisgenoot. Bovenop het uitzicht plateau zit welgeteld één andere Westerling, een Duitser met zijn lokale gids. Naast hem op het bankje zit een Ifugao man, slechts gekleed in een prachtig geweven lendendoek en op zijn hoofd een klein hoedje verfraaid met veren en (menselijke?) botten. We zwijgen en laten het uitzicht op ons inwerken. Maken foto's, drinken een, welverdiend, verkoelend drankje en maken ons op voor dezelfde trekking, maar dan in omgekeerde volgorde.
Nog maar net het idyllische landschap de rug toegekeerd, voel ik een druppel. Die druppel worden meerdere druppels. Net op tijd weten we onze regenponcho's over onze plakkerige zweetlijven heen te slingeren, voordat er een enorme plensbui losbarst.
Het water kolkt langs mijn enkels. In de verte zie ik een stipje. Gelukkig staat onze chauffeur nog op ons te wachten. Drijf-en drijfnat proppen we onszelf in het kleine voertuig. Gek genoeg, na deze fantastische trekking, een dag in een adembenemende omgeving, deert de regen, de slechte weg en de norse chauffeur me niet meer. Deze dag zal uiteindelijk het letterlijke en figuurlijke hoogtepunt van onze drieweekse reis door het land worden.
Eva schrijft niet alleen voor Reisbijbel. Meer van Eva lezen? Bezoek dan ook eens haar weblog.