Boekarest – “Parijs van het oosten”

Reportages

Boekarest heeft een bewogen verleden: regelmatig is Boekarest bezet geweest door vreemde mogendheden. De stad heeft zwaar te lijden gehad van zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog. De gebouwen in het historische centrum, die Boekarest de naam 'Parijs van het oosten' bezorgden, werden grotendeels verwoest onder het bewind van Ceauşescu en vervangen door socialistische…

tekst Fleur Besters

Boekarest heeft een bewogen verleden: regelmatig is Boekarest bezet geweest door vreemde mogendheden. De stad heeft zwaar te lijden gehad van zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog. De gebouwen in het historische centrum, die Boekarest de naam 'Parijs van het oosten' bezorgden, werden grotendeels verwoest onder het bewind van Ceauşescu en vervangen door socialistische bouwwerken, zoals zijn megalomane paleis. In de Roemeense Revolutie werden Ceaușescu en zijn vrouw vermoord en kwam er een einde aan het communisme in Roemenië. Tussendoor, in 1977, heeft een hevige aardbeving de nodige schade aangericht. Ondanks alle schade die de stad in het verleden heeft opgelopen, is er nog genoeg te zien en te beleven in Boekarest. De voornaamste bezienswaardigheden zijn te vinden in het historisch centrum en ten noorden van het centrum.

Bezienswaardigheden in het centrum

Er is één bezienswaardigheid waar je niet omheen kunt: het Palatul Parlamentului, ofwel het grote paleis van Ceauşescu. Dit indrukwekkende gebouw is het grootste van Europa en na het Pentagon in de Verenigde Staten zelfs het grootste gebouw van de wereld. Het paleis telt meer dan 2000 zalen en werd door Ceauşescu gebouwd, terwijl zijn volk crepeerde van armoede. Toch werd het paleis in die tijd 'Paleis van het Volk' genoemd. Tegenwoordig huist het Roemeense parlement erin. Wie het wil bezoeken, kan zich dagelijks melden tussen 10:00u en 16:00u, behalve op dagen dat er belangrijke politieke activiteiten plaatsvinden. Enige hulp is handig als je de bezoekersingang zoekt: die bevindt zich aan de rechterzijde van het gebouw. Je loopt er recht tegenaan als je vanaf metrostation Izvor door het park naar het gebouw loopt.

Om het paleis heen ligt een groot park, maar mocht je echt een mooi park willen bezoeken, dan ga je naar het oudste park van Boekarest, Parcul Cişmigiu. Er liggen veel waterpartijen, waaronder het Cişmigiu-meer, dat gevormd is door bronnen. Het is heerlijk om hier op een zomerse dag je picknickkleed uit te spreiden aan de oevers van het meer.

Het museum van het oude prinsenhof, Curtea Veche, is gebouwd op de ruïnes van het prinselijk fort. Het oorspronkelijke hof werd gesticht onder de heerschappij van Vlad Ţepeş (op wie Bram Stoker de romanfiguur Graaf Dracula heeft gebaseerd) en was de kern van historisch Boekarest. Naast het museum is ook een kerk te vinden, die bij hetzelfde complex hoort. Curtea Veche is dagelijks geopend van 10:00u tot 18:00u.

Kerken zijn er trouwens meer. Veel meer. Daarom laat ik het bij één bijzondere: de kerk van Stavropoleos. Dit godshuis herbergt een mooie collectie achttiende-eeuwse iconen, maar ook fragmenten van geredde en gerestaureerde fresco's uit kerken die verwoest zijn door het communistische regime.

In het noorden van het centrum, aan de Bulevardul Lascăr Catargiu, ligt het astronomisch observatorium Amiral Vasile Urseanu. Van dinsdag tot vrijdag is het 's middags geopend van 14:00u tot 18:00u. Dan kun je er terecht voor een astronomische expositie. Veel interessanter is het echter om je op dinsdag-, vrijdag- of zaterdagavond tussen 19:00u en 22:00u te melden. Dan hebben de astronomen hun professionele telescopen uitgestald om je alles te laten zien wat er die avond de moeite waard is aan de hemel. Roemeens spreken is hier wel handig, want in het Engels weten de hobbyisten weinig meer te vertellen dan welke planeet je ziet.

Bezienswaardigheden ten noorden van het centrum

Het monument dat nog het meeste aan Parijs doet denken, is een Arc de Triomphe, ofwel de Arcul de Triumf. Je vindt hem ten noorden van het centrum. Deze boog is opgericht om het einde van de Eerste Wereldoorlog te vieren. Jaarlijks wordt dit in december herdacht met militaire parades over het plein met de Arcul.

In dit gedeelte van de stad zijn veel musea die de moeite waard zijn om een bezoekje te brengen. Zo zijn hier een natuurhistorisch en een geologisch museum. Het Muzeul Ţăranului Român, het Roemeense Volksmuseum, heeft de grootste en meest diverse collectie in de familie van de volksmusea in Europa. In 1996 is het uitgeroepen tot Europees museum van het jaar. Ook erg interessant is het 'Dimitrie Gusti' dorpsmuseum, een van de meest waardevolle etnografische musea en 's werelds grootste openluchtmuseum na dat van Stockholm.

Eten en drinken

Uit eten hoeft in Roemenië helemaal niet veel te kosten, ook niet in de hoofdstad. Typisch Roemeense gerechten zijn sarmale (gevulde koolrolletjes) en mamaliga (maïsbrij, vergelijkbaar met polenta). Dit en meer traditioneel voedsel kun je op veel plaatsen voor weinig geld bestellen. Een leuke plek daarvoor is het restaurant Torna Fratre aan de Strada Tunari, goed beloopbaar vanuit het centrum of vanaf metrostation Ştefan cel Mare. Hoofdgerechten kosten er nog geen vijf euro en voor minder avontuurlijke eters staat er ook westers eten op de kaart.

Als je van het observatorium richting het centrum loopt, kom je al snel het restaurant Metuka tegen, herkenbaar aan een grote rode stoofpot als logo en de slogan “Slow food. Eat good.” Je vindt hier een vitrine vol Roemeens slow food. Het personeel spreekt prima Engels. Vraag per gang gewoon om een mix van verschillende gerechtjes om alles te kunnen proeven; geen traditionele keuken, maar moderne Roemeense cuisine. Een absolute aanrader.

Niet ver daar vandaan ligt La Ceaunu' Crăpat (19 Bulevardul Dacia), ook een mogelijkheid om goed traditioneel te eten. Het personeel is zeer behulpzaam, het eten is heerlijk en, ook niet onbelangrijk, de porties zijn er groot. Het is iets duurder dan de meeste restaurants (5 tot 15 euro voor een hoofdgerecht), maar er hangt een gezellige sfeer en, als je de obers mag geloven, worden alle ingrediënten dagelijks vers van lokale markten gehaald.

Winkelen

Voor de winkelliefhebbers staat Boekarest vol met winkelcentra, hoewel de meeste net buiten het centrum liggen. In het zuiden ligt Sun Plaza (metro Piaţa Sudului), een modern winkelcentrum met veel winkels, maar ook gelegenheden om de tijd te doden, zoals een bioscoop en diverse fastfoodketens. Een gelijksoortig centrum vind je aan de Piaţa Unirii (metro Piaţa Unirii): Unirea Shopping Center. Dit is een goede plek voor iemand die souvenirwinkels zoekt. Die heb ik verder nergens gevonden, behalve in de metrostations (bijvoorbeeld Universitate). Ten westen van het centrum, ongeveer anderhalve kilometer achter het paleis, ligt nog het zeer moderne Liberty Center.

Praktische informatie

De lokale munteenheid in Roemenië is de leu (meervoud = lei). In de volksmond wordt de munt ook wel ron genoemd. De leu is instabiel en de wisselkoersen schommelen dan ook sterk tussen 4,30 en 4,70 lei voor een euro. Dat is de reden dat de leu niet alvast in Nederland te krijgen is; je moet deze mooie plastic briefjes met een doorzichtig venster in Roemenië pinnen of inwisselen.

Boekarest heeft twee luchthavens, die allebei dicht bij de stad en dicht bij elkaar liggen. Even ten noorden van Boekarest ligt het kleine Aurel Vlaicu International Airport. Het grote vliegveld, Henri Coandă International Airport ligt nog iets noordelijker. Beide luchthavens zijn in Roemenië ook nog algemeen bekend onder de oude namen, respectievelijk Băneasa Airport en Otopeni Airport. Het gemakkelijkst en goedkoopst vlieg je met low-costmaatschappij Wizz-Air vanaf Eindhoven Airport naar Henri Coandă International Airport. Vanaf het vliegveld rijden bussen naar de stad.

De stad heeft een redelijk dekkend metrostelsel dat in de toekomst ook op de vliegvelden aangesloten zal worden. Enkele reizen en dagkaarten zijn zeer goedkoop. Bestel deze het liefste aan de loketten en niet bij de automaten, behalve als je de Roemeense taal voldoende beheerst. Gebruik je deze automaten wel, dan is het belangrijk om te weten dat deze geen wisselgeld teruggeven. Voor de plaatsen in de stad die niet gedekt zijn door het metronetwerk zijn er goede busverbindingen om overal te komen.

Overnachten is mogelijk in alle prijsklassen. Zelf sliep ik in Hostel Litovoi (60 Litovoi Voievod, metro Obor). Dit is eigenlijk een hostel, maar het heeft ook prima privékamers voor weinig geld. Schuin tegenover het hostel ligt ook nog eens een goedkope snackbar met vriendelijke mensen, die graag toeristen ontvangen.

Het communistische verleden is nog overal in de stad voelbaar. Toch zie je ook dat Boekarest (net als het hele land) probeert met zijn tijd mee te gaan. Die mix tussen heden en verleden maakt deze stad een prima alternatief voor een tripje naar Berlijn of Parijs, het Boekarest van het westen.

Fotografie en bewerking: Ruud Beerens, Martin Boon, André van Luttikhuizen, Koen Samson