
Een bezoek aan de beroemde moskee in Larabanga staat op het programma van elke georganiseerde reis die het noorden van Ghana aandoet. Een kort bezoekje aan ‘de magische steen’ vlak in de buurt, staat ongetwijfeld op geen enkel programm
Een bezoek aan het Saint George-fort in Elmina is een must, vrijwel elke georganiseerde reis naar Ghana heeft een bezoek aan een slavenfort in het programma opgenomen. Een wandeling is zeer de moeite waard.
Schrijver Jan Boonstra bracht onlangs zijn boek Mosesvogels – een rondreis door Ghana uit. Speciaal voor Reisbijbel vertelt hij over zijn ervaringen in Elmina. In de straten van het stadje hangt een relaxed, bijna Cubaans, sfeertje. Vrouwen zitten op de stoepen van de oude panden te koken of in een teil met wasgoed te roeren. Een onwaarschijnlijk dikke vrouw is, breeduit hangend op de onderste trede, een kind aan het afboenen. Het kereltje staat rechtop in een plastic bak en zit van top tot teen onder het schuim. Een kleine koter scharrelt om de bak heen en schept vlokken schuim van het lijf van, waarschijnlijk, zijn broertje. De moeder en de buurvrouwen kwekken aan één stuk door en houden zelfs niet op als er een groep toeristen voor de deur staat.
Na twee uur slavenfort voelt het bezoek als een opluchting. Onder aanvoering van gids Felix lopen we langs de vismarkten rondom de haven in de richting van het centrum. Ik sta een poosje stil op de stalen brug over de Lagoon om foto’s te maken van de bonte taferelen in de haven. Aan weerskanten van de brug liggen zo veel vissersboten dat je geen water meer ziet. Het lijkt of alles aan boord met opzet zo gekleurd mogelijk is gemaakt: zelfs de masten zijn in felle kleuren geschilderd. Je krijgt de indruk dat jerrycans alleen maar in fel oranje, knalgeel, hard blauw of lichtgroen leverbaar zijn.
Tip van Jan voor Reisbijbel: “Als je je onder de hoede van een gids tussen de mensen begeeft, fotografeert het zeker in Ghana een stuk gemakkelijker. De mensen zijn dan minder vijandig. Onder het motto: als er ‘iemand van ons’ bij is, zal het wel goed volk zijn, vinden ze het algauw prima. Als er iemand protesteert, gebaart Felix meteen dat hij of zij niet moeilijk moet doen, waarop de persoon in kwestie in negen van de tien gevallen even later zelfs vriendelijk naar je lacht.”
Op de brug en op de kades wemelt het van de mensen. De meesten zijn op een of andere manier met vis in de weer: ze halen de vissen uit de netten, ze maken ze schoon, ze hangen ze aan lijntjes te drogen of ze dragen ze in grote metalen schalen op het hoofd. Felix vertelt over de oude panden uit de Nederlandse en Engelse tijd: de kapitale, doch smakeloze, huizen waar de Nederlanders met hun Afrikaanse vrouwen woonden. Veel gebouwen zijn vervallen. Elmina heeft niet meer de glorie van weleer.
Op een groot bord, hoog boven de ingang, van een groot huis staat: wait upon de lord ent. – dealers in outboard motors & spare parts. Onder de zinken luifel hangen drie mannen lui achterover op hun plastic stoeltjes. Ze lachen naar Felix en laten zich gewillig door mij fotograferen. De handel in buitenboordmotoren die er plaats zou vinden is verleden tijd, nergens in of rondom het pand is ook maar één exemplaar te bekennen. Het ‘wachten op de Heer’ is zo te zien nog actueel.
Wie iets te koop heeft in Elmina, legt het op een tafel: vruchten, zakjes met gefrituurde koekjes en natuurlijk vis. Geiten scharrelen tussen alles en iedereen door. Af en toe komt een oude taxi of een paard-en-wagen, of iemand op een fiets voorbij. In een steegje zitten twaalf mannen op een rij achter zes grote borden te dammen. De damborden staan niet op tafeltjes of krukjes, maar elk paar spelers zit zo dicht op elkaar dat het bord op hun knieën kan liggen. De omstanders die langs de spelers lopen, voorzien elke slimme of stomme zet van veel theater en commentaar.
Driehonderd jaar geleden werd de Goudkust bestuurd door chiefs die hun macht delegeerden naar zogenaamde Asafo Companies – je kunt ze vergelijken met onze ministeries, maar dan op lokaal niveau. Tegenwoordig is de macht van een Asafo slechts symbolisch: tijdens de festivals en ceremonies voeren ze alleen nog maar rituelen op.
Elke Asafo had in een stad een eigen gebouw met een nummer, en voor elk gebouw werd op een of andere manier uitgebeeld waarin de company zijn sporen had verdiend. De Asafo’s die nog over zijn, worden in Elmina nu shrines genoemd. Op de eerste verdieping van het pand van Asafo #5 staat een betonnen gevaarte voorstellende een zeilschip: Asafo #5 heeft zich vooral verdienstelijk getoond in de zeeslagen. Bij #4 staan Adam en Eva in de voortuin – de redenering is dat zij de eerste mensen waren die de weg op aarde wisten, vandaar dat #4 vooral de infanterie beheerde. Overigens komt de Adam en Eva-logica niet zo sterk op me over: ik meen me te herinneren dat het stel destijds voor ons allemaal uitgerekend de verkeerde route heeft uitgedacht.
Op de begraafplaats staan Nederlandse namen op de zerken. Op een steen staat dat de wel-edel-achtbare Carel Hendrik Bartels, lid van den kolonialen raad, regter in de regtbank en koopman, den 10 februarij 1850 overleed en dat hij was geboren den 29 september 1792. Verder staat erbij dat hij werd geboren in het Saint George kasteel, waar we zojuist een rondleiding hebben gehad. Rechter Bartels heeft dus als kleuter met zijn vriendjes in het slavenfort gespeeld. Hij is er opgegroeid en hij is daar, of in elk geval in Elmina, 58 jaar geworden. Misschien zat hij elke zondag voor in de kerk, in dat zaaltje in het fort boven de vrouwencellen.
Verderop aan de hoofdstraat zijn in een houten huisje twee winkels gehuisvest, al is niet duidelijk wat de nering precies is. Alle luiken zijn gesloten en is ook geen tekst of afbeelding te zien die je op weg helpt. Wel is het duidelijk dat de buurmannen niet naar dezelfde kerk gaan. Boven de linkerkant staat op een blauw bord: jehova is my driver. De buurman heeft op een lange plank onder de golfplaten insha allahu geschilderd. Grappig genoeg staat pal naast het hokje een blauw eenrichtingsverkeer-bord: onder de witte pijl die omhoog wijst, staan de woorden: one way.
Tip van Jan voor Reisbijbel: “Tot zo ver de straten van Elmina. Misschien zit het in het programma van je reis. Zo niet, maak dan een wandeling door het stadje als je er de tijd voor hebt. De ene gids is de andere niet, maar Felix was prima. Sowieso kun je er – dankzij het koloniale verleden van Ghana – op rekenen dat je gids verstaanbaar Engels spreekt.”
Meer lezen over Jans reizen? Kijk op zijn Facebook-pagina of website. Zelf ook naar Ghana? Dat kan bijvoorbeeld met Sawadee. Zij bieden een groepsrondreis aan waarbij het slavenfort ook wordt bezocht. Kijk op hun site of de reis beschikbaar is. Een los ticket boeken kan natuurlijk altijd. Bijvoorbeeld bij WTC of Vliegtickets.