
Wales is waarschijnlijk het meest onbekende deel van het Verenigd Koninkrijk. Je kan er goed fietsen!
Alleen met je moeder een vliegtuig te nemen naar een land waar je nog nooit geweest bent is al een avontuur op zich. Maar als dat dan ook nog eens een land is waar vroeger draken woonden, waar meer dan 600 kastelen staan en dat Roald Dahl en de grote tovenaar Merlijn heeft voorgebracht… Dan roep je als (bijna) 8-jarige jongen natuurlijk volmondig JA!! als Visit Wales je vraagt om, samen met een aantal andere kinderen en hun ouders, naar Wales te gaan om te kijken wat Wales kinderen (en hun ouders) te bieden heeft als vakantiebestemming.
Onze ontdekkingstocht in Wales begint in Cardiff, op ongeveer 1 uur en 40 minuten vliegen, of 9 uur rijden, van Nederland. De euforie bij mijn bijna 8-jarige zoon is gelijk al groot, want hij is het vliegveld nog niet uit of hij heeft zijn eerste draak al gespot, Y Ddraig Goch (de Rode Draak). Op de vlag van Wales weliswaar, maar een draak is een draak.
Onze eerste bestemming in Wales is Bluestone, een vakantiepark dat meer dan 500 hectare beslaat, midden in het Pembrokeshire National Coast Park. Het autovrije, 5 sterren vakantiepark biedt, naast prachtige natuur, een activiteitenaanbod waar de harten van avontuurlijk aangelegde kinderen en ouders een heel stuk harder van gaan kloppen. Want als je naar een land gaat waar de bossen allemaal lijken op Sherwood Forest, dan wil je toch niets liever dan je een beetje Robin Hood voelen? Dan komt het goed uit dat je in Bluestone kunt werken aan je boogschietkunst, kunt klimmen in eindeloos hoge bomen en hoog in die bomen, hangend aan een zipwire, tussen de boomtoppen door kunt zwaaien.
Een beetje teleurgesteld waren we wel toen we hoorden dat we de zipwire door de boomptoppen niet mochten uit proberen, omdat bijna 8 toch wat te jong was. Maar dat was al snel vergeten toen we hoorden dat wij het boomklimmen mochten testen. Eerst zouden we een beetje gevoel kunnen krijgen voor het boomklimmen in een testboompje van zo'n 10 meter hoog. En als we die getackled hadden konden we overschakelen op het echte werk, een boom van zo'n 20 meter hoog.
Helaas bleek de ladder die ons naar het startpunt van de klim bracht voor mijn held op sokken al avontuurlijk genoeg. En na een metertje of 15 moest ook ik tot mijn grote schaamte erkennen dat ik niet meer zo fearless ben.
Gelukkig konden we de teleurstelling snel achter ons laten want Bluestone had nog veel meer te bieden. Als het weer in Wales toch een keer een beetje tegen zit is er in Bluestone namelijk indoor ook genoeg te doen. En ook dat moesten we natuurlijk uitproberen. De indoorspeeltuin is niet alleen enorm, maar biedt, naast de gebruikelijke luchtkussens, glijbanen en klimtuig, ook een breed scala aan activiteiten waar adrenaline junkies in de dop hun hart bij kunnen ophalen. Een klimmuur,een gigantische schommel waarmee je als een acrobaat hoog door de lucht zweeft, een zipwire die je hoog boven alle spelende kinderen tussen de verschillende klimtorens laat lopen en …the drop, een soort junior bungee jump.
En dan is er ook nog de Blue Lagoon… Een golfslagbad, stroomversnellingen en wel 4 glijbanen, de één nog sneller, langer en spannender dan de ander. Na eindeloos alle glijbanen te hebben getest werd het toch tijd om te gaan. Niet in de laatste plaats de ontelbare keren glijbaan voor een gat in mijn bikini had gezorgd. Een mooi moment om de kleedkamer weer op te zoeken.
In het hotel waar we de komende nachten zouden verblijven, Presili Venture Lodge, waan ik me weer helemaal een backpacker. We krijgen een kamer met een stapelbed, er zijn gedeelde, maar brandschone, badkamers, en er is een gezellige gemeenschappelijke ruimte en een groot kampvuur waar een heerlijke ontspannen sfeer hangt.
Uiteraard kon er door de minderjarige heren die ons gezelschap rijk was niet eens aan slapen gedacht worden zonder dat zij de pooltafel uitgeprobeerd hadden. Na een lesje keu vast houden en stoten zonder gaten in het laken te prikken was het dan toch echt tijd om ons stapelbedje op te zoeken. Niet veel later zwaaiden we in onze dromen allebei door de hoogste boomtoppen. In dromen kan immers alles.
De volgende ochtend staat er een wandeling langs het Wales Coast Path op het programma, een wandelpad van ruim 1400 km langs de gehele kust van Wales. De route voert over stranden, rotsen, door dorpen en niet minder dan 11 natuurparken. Omdat 1400 km toch een beetje veel is voor een dag, lopen we maar een klein stukje van het pad, rond Whitesands Beach.
We klauteren over steile rotsen en genieten van het adembenemende uitzicht over de indrukwekkende kustlijn en de kleine inhammetjes tussen de rotsen.
De kinderen genieten tijdens het lopen volop van de verhalen die onze gids vertelt over de flora en fauna, de restanten van een oude nederzetting en Arthurs Coite, de grafkamer van Koning Arthur. Weliswaar ligt de echte koning Arthur daar niet begraven, maar de verhalen over de mensen en ook de draken die vroeger in dit gebied woonden spreken erg tot de verbeelding.
Na onze wandeling bezoeken we het schilderachtige St Davids, geboorteplaats van Sint David. Onze gids vertelt ons dat St Davids expres zo gebouwd is, dat het verscholen ligt tussen de heuvels en voor de Vikings vanaf zee niet te zien was. Als we aankomen in St Davids begrijpen we wat ze daarmee bedoelt. Verscholen in een klein dalletje ligt een grote kathedraal die je pas ziet als je vlak voor het dal staat.
De kinderen zuchten hoorbaar bij het vooruitzicht een kathedraal te moeten bekijken. Kerken zijn zo 1900… Die opmerking hebben ze bij St Davids Cathedral waarschijnlijk vaker gehad, want bij de ingang worden we opgevangen door gidsen die de kinderen op pad sturen met een speurtocht door de kathedraal. Het enige minpunt van dit ontzettend leuke initiatief was dat we als ouders nu met een nieuw probleem geconfronteerd werden: hoe kregen we de kinderen weer mee de kathedraal uit voor de relikwieën van St David gevonden waren, want de bus stond op ons te wachten… Dat is weer eens wat anders dan de Franse kerkjes waar kinderen ouders doorgaans naar buiten slepen.
Na een shortcut in de speurtocht konden we toch verder naar St Martins Haven, waar we ons in waterdichte pakken mochten hijsen en aan boord klommen van een rib boat voor een uitstapje naar de eilanden Skomer en Skokholm. Deze eilanden maken deel uit van een natuurreservaat, met als grote attractie boven water grote aantallen papegaaiduikers.
De tocht met de rib op zich is het uitstapje al waard. De boot stuitert over de golven en ook hier is het uitzicht op de ruige kustlijn van Wales adembenemend.
Bij het eiland Skokholm stellen de papegaaiduikers ons niet teleur en tot groot vermaak van de kinderen leert de kapitein hen een zeehondenlokroep die de nieuwsgierige zeehonden inderdaad vlakbij onze boot doet opduiken. De stuurman en kapitein genieten blijkbaar van het enthousiasme van hun passagiers, want op de terugweg wordt de snelheid nog even goed opgevoerd en geniet iedereen volop van de tocht terug naar de haven.
Net toen we dachten dat de dag niet leuker meer kon worden, bracht onze chauffeur ons 's avonds naar het attractiepark Oakwook, waar ruim 20 attracties, met namen als Megaphobia, Speed, Drenched en Vertigo, zowel de junior als senior adrenalinejunk doen watertanden. Maar ook kleinere bezoekers, en zij die adrenaline niet zien als onmisbaar bestanddeel van een gezonde levenswijze, komen ruimschoots aan hun trekken in Oakwood.
Hoewel mijn zoon op de kermis alle attracties, met uitzondering van het touwtje trekken, overslaat en gewoonlijk hardop begint te jammeren als zijn zus voorstelt om samen in de draaimolen te gaan, toont hij zich in Oakwood van een ongekend avontuurlijke kant. De Waterfall en de Snake River Falls, beide hoge waterglijbanen waar je op een plank of in een bootje met een noodvaart vanaf glijdt, worden onder enthousiast geschreeuw telkens opnieuw bedwongen.
Ook de verschillende achtbanen werden uitvoerig getest. Toen mijn zoon spierwit en gillend naast me zag zitten in Megaphobia dacht ik even dat zijn pas ontdekte avontuurlijke kant weer gelijk de kop in was gedrukt was. Maar gelukkig, na een hartgrondige 'WOW, dat was heftig, maar die doe ik niet nog een keer' zette hij direct een sprintje in naar de volgende achtbaan, terwijl hij me vrolijk toe riep dat ik had lopen gillen als een meisje.
Die opmerking kon ik uiteraard niet over mijn kant laten gaan. In de laatste achtbaan, Vertigo, zouden we nog wel eens zien wie hier het meisje was! Een blik op de achtbaan was voor mijn zoon echter genoeg om bakzeil te halen. Hangend onder zo'n achtbaanspoor en dan stijl omhoog en loodrecht naar beneden, dat dacht hij dus niet. Dat kon naar zijn mening niemand overleven. En mama mocht dus niet. Maar dat was dus juist niet de bedoeling. Ik heb nog nooit nee gezegd tegen een goeie achtbaan! Lullen als brugman en wijzen op de overlevenden die (weliswaar licht zwalkend) uit de achtbaan kwamen, boden geen soelaas. Mama mocht vanaf de kant kijken hoe vet de achtbaan was…
De volgende ochtend stond er alweer aan spannende activiteit op het programma: een potje coasteering Voor degenen die, zoals wij voor deze trip, nog nooit van coasteering gehoord hebben: coasteering is een combinatie van zwemmen, klimmen over rotsen, in grotten zwemmen en kruipen en van, soms metershoge, rotsen afspringen.
Om veilig te kunnen coasteeren worden we eerst allemaal uitgerust met een wetsuit, zwemvest, helm en een paar schoenen met goed profiel. Een avontuur op zich want wat een opgave is het om je in een winterwetsuit te wurmen! Later begreep ik dat professionele wetsuitdragers zichzelf het wurmproces meestal besparen door zich in te smeren met water met zeepsop. Maar ach, dan mis je wel weer het samenbindend effect van de gedeelde smart die een hilarisch potje wurmen met zich brengt.
Eenmaal opgetuigd mochten we dan eindelijk het water in om eerst wat aan het koude water te wennen en fijn een stukje te zwemmen. Zwemmen me een zwemvest aan bleek nog een hele uitdaging. Uiteindelijk moesten we concluderen dat zwemvaardigheid geen selectiecriterium is voor coasteering. De beste manier om vooruit te komen is al je zwemlessen te vergeten en als een hondje door het water klauwen en trappelen.
Na de inham te zijn overgestoken mochten we dan eindelijk onze eerste rotsen beklimmen. Aanvankelijk was iedereen nog wat onwennig, maar al snel kregen we de smaak te pakken en klauterde iedereen over rotsen en zwom door tunnels ze nooit anders gedaan hadden.
Onze gidsen namen ons mee naar grotten en in de grotten lieten we ons ombeurten met de golven naar binnen voeren. Na een klein uurtje staken we de inham over voor het pièce de la resistance: de high jumps. Op ongeveer 2 meter hoogte mochten we een testsprong doen. De gids gaf ons duidelijke instructies over de manier we moesten springen en als we deze sprong goed deden konden we een hogere sprong proberen. Natuurlijk had iedereen de sprongtechniek in no time onder de knie en met de adrenalinerush van de testsprongetjes in de benen waagde vrijwel iedereen zich aan de hogere sprong op ca. 4 meter hoogte. Iedereen….behalve mijn zoon, die had zijn recent verworven onbevreesdheid waarschijnlijk in Oakwood laten liggen de avond ervoor. In de buurt van Vertigo vermoed ik.
Op 4 meter bleek rotsspringen echter net zoiets te zijn als springen van een duikplank: van bovenaf ziet het er toch een stuk hoger uit dan van beneden. En daar blijken volwassenen, uitzonderingen daargelaten uiteraard, relatief toch net iets meer last van te hebben dan kinderen. De kinderen stortten zich dan ook vol enthousiasme van de rotsen en na wat aanmoediging (kom op pap/mam, wat ben je nou voor mietje!!) stortten de volwassenen zich, schoorvoetend, achter hen aan.
Op het derde springpunt, op zo'n 7 à 8 meter hoogte, liet een aantal volwassenen zich echter niet langer overtuigen door smalende opmerkingen.
Mijn zoon hield, net als de avond daarvoor, een vlammend betoog dat ik niet moest springen, maar omdat ik er toch nog een beetje de pest in had dat ik Vertigo had moeten overslaan en me nog een beetje een slapjanus voelde vanwege mijn opgave bij het boomklimmen, wees ik zijn bezwaren dit keer liefdevol doch beslist van de hand en nam een grote sprong voor hij met een nieuwe lading argumenten kon komen. Pedagogisch niet verantwoord, ik weet het, maar wat was dat een vette sprong!! Mijn zoon leek overigens niet blijvend beschadigd. Toen ik weer boven kwam mocht ik best nog een keer springen.
Na zo'n actieve ochtend hadden we die middag een wat rustiger activiteit voor de boeg, een tochtje in een ouderwetse stoomtrein door het prachtige landschap van Wales. Voor mijn zoon, die zijn collectie Thomas treinen pas net met pijn in het hart aan zijn kleine broertje had afgestaan, was dit toch een klein beetje een jongensdroom die uitkomt. Hoewel hij dat, nu hij bijna 8 was, natuurlijk niet meer openlijk kon erkennen zag ik aan zijn gezicht dat hij met volle teugen genoot van het treinritje.
Later die avond sloten een aantal van ons samen ons verblijf in Pembrokeshire af met een wandeling door de omgeving van de lodge. De wandeling voerde door een bos en langs weilanden naar een verlaten kiezelstrand.
Terwijl de kinderen het ene na het andere architectonische hoogstandje bouwden en stenen over het water probeerden te keilen, genoten de volwassenen van het prachtige uitzicht dat de langzaam zakkende zon boven de baai en de spelende kinderen bood.
Of Wales een ideale bestemming is voor een vakantie met kinderen? Pembrokeshire zeker! En wij konden dan ook niet wachten om te zien wat Cardiff nog voor ons in petto zou hebben.