
De Australische reisorganisatie Intrepid Travel bestaat dit jaar 25 jaar en om dat te vieren vroegen ze Daniel Klein en Mirra Fine van The Perennial Plate om een video te maken van hun wereldreis, waarin ze weergeven wat volgens hen reiz
Ethiopië roept bij de meeste mensen associaties op met verhongerende mensen op een kale zandvlakte met verdroogde struiken, Live Aid, oorlog en bittere armoede. Hoewel het land de laatste decennia veel strijd heeft gekend en er ook hongersnoden waren, doet dat beeld toch afbreuk aan de werkelijkheid. Het hoogland dat meer dan de helft van het grondgebied van Ethiopië (dertig keer Nederland) uitmaakt, is voor een aanzienlijk gedeelte groen en vruchtbaar. De mensen zijn arm maar hebben hun trots en koesteren hun cultuur en hun geluk op een wijze waar de meeste Nederlanders iets van zouden kunnen leren. Helaas geldt dat ook voor de door toeristen verpeste kinderen.
Het land heeft de rijkste culturele erfenis van Afrika beneden de Sahara. Er zijn banden met het oude Egypte en met het oudtestamentische jodendom. Vanuit hier zijn rijken geregeerd met een omvang vele malen groter dan het huidige Ethiopië. Het is als enig Afrikaans land nooit een kolonie geweest, herbergt rotskerken die wel als achtste wereldwonder gelden, bevat de vallei die als geen andere plek aanspraak kan maken op de titel 'kraamkamer van de mensheid', herbergt (volgens de legende) de ark des verbond en kent een geheel eigen orthodox-christelijke cultuur met joodse invloeden.
Het landschap is zo divers als van zo'n groot land te verwachten is. Ik zie kale vlaktes, groene valleien met alpine begroeiing en prachtige bloemen, ruige bergen, tropische palmen, prachtige meren, diepe kloven, moerasland. Misschien wel het meest boeiende en mooie land dat ik ooit mocht bezoeken.
1-jan-2012 11:18 = 1-mei-2004 5:20 Één de eigenaardigheden in Ethiopië is het gebruik van datum en tijd. Terwijl de wereld al honderden jaren over is geschakeld op de Gregoriaanse kalender heeft Ethiopië haar oude kalender behouden. Ethiopië loopt zeven jaar en acht maanden achter op de rest van de wereld. De kalender telt dertien maanden, twaalf van dertig dagen en één korte van vijf of zes. Nieuwjaar valt op elf september, ongeveer onze één september. De tijd begint te lopen bij zonsopgang om zes uur `s ochtends. Als de klok tien uur aanwijst is het voor ons dus vier uur. De lokale tijdrekening kent twee maal twaalf uur. Minuten worden afgerond op vijftallen. Er bestaan geen woorden voor twee voor twaalf, elf over één en dertien over vier.
Zeven januari is het Leddeth het Ethiopische kerstfeest, dat – hoe kan het ook anders- verschilt van datum met de rest van de wereld. De avond ervoor zijn we in Lalibela, het oude religieuze centrum van Ethiopië. Het is tien uur 's avonds als we naar de uit de rotsen gehakte kerken gaan. Een zee van in het wit gehulde pelgrims en andere gelovigen is verzameld in de loodrecht in de grond uitgehakte corridors die de rotskerken verbinden, in de kerken zelf, op de flanken van de omringende heuvels en op de toegangswegen. Velen hebben een lange tocht achter de rug. Priesters prediken en zingen. Vanuit de menigte klinken antwoorden op, soms gezongen, soms gescandeerd. Van tijd tot klinkt iets op dat eigenlijk het best beschreven kan worden als indianengehuil. De taal en klanken van het Ge'ez, de taal van de liturgie, doen op het eerste gehoor Arabisch aan. De ruw uitgehakte gangen, de primitieve kaarsen, de pelgrims en de bedelaars maken dat het schouwspel zowel bijbels als middeleeuws aandoet. Sommige pelgrims dragen een staf in de vorm van een kruis, geheel in de geest van deze tijd, gemaakt van aan elkaar gelaste stukken betonijzer. Na een uur verlaten we de heuvel om naar de in de tuin van het hotel opgezette tenten met veldbed te gaan. Het gezang houdt de hele nacht aan en zorgt voor een slaap met een aantal bijna buitenwereldse onderbrekingen.
Nooit eerder heb ik een mis bezocht en ben ik gaan slapen om er daarna vervolgens weer naar terug te keren. Deze keer wel. De dageraad lijkt langzaam op te komen, in tegenstelling tot de korte schemering 's avonds. Alsof de nog steeds aan de gang zijnde plechtigheid het gevoel van tijd beïnvloedt. In de ochtendschemering is pas goed te zien hoe omvangrijk de witte massa is (ik hoorde het getal van 70.000 mensen). De priesters die `s avonds slecht te zien waren blijken in het opkomend daglicht op een smalle richel tussen de kerken te staan, vele meters boven de grond. Ze dragen kleurige, met gouddraad doorstikte gewaden. Ertegenover een rij nonnen en een voorganger. Ertussen en eromheen nog steeds de witte mensenzee. Even ontstaat er paniek als twee groepen tegen elkaar in bewegen. Ik probeer terug te duwen als ik zie dat kleine kinderen in de verdrukking komen. Het loopt goed af maar na de kracht van de opgestuwde menigte gevoeld te hebben, kan ik me al te goed voorstellen hoe in Mekka ieder jaar tientallen doden vallen door schijnbaar ongestuurde menselijke vloedgolven.
De mis lijkt, te oordelen naar het toenemend indianengehuil tot zijn climax te komen hoewel vorm en inhoud van het ritueel mij vreemd zijn. De climax is, vergeleken bij de tijdsduur van de plechtigheid zo kort dat het bijna een anticlimax lijkt. Langzaam stroomt een witte mensenvloed uit over de straten om vervolgens op te lossen in het omringende heuvellandschap.
In de middag keren we terug naar de inmiddels bijna lege kerken. Er zijn twee complexen en één losse kerk. De vormen van de kerken zijn van bovenaf in de grond uitgegraven, waarna ze zijn uitgehold. Ze zijn verbonden door open, eveneens uitgehakte gangen. In een hoek een vierkant bad met vuil water dat onder een dikke laag groene planten schuil gaat. Deze vijf meter diepe poel schijnt heilzaam te zijn voor onvruchtbare vrouwen (als ik rondkijk kan ik me overigens niet voorstellen dat er daarvan veel zijn in Ethiopië). Sommige van de kerken bevatten muur- en plafondschilderingen van bijbelse taferelen. In anderen is enig beeldhouwwerk zichtbaar. Priesters komen vanachter een gordijn om het kruis behorend bij de kerk te tonen. Het beroemdste ervan is gemaakt van zeven kilo goud, de meeste zijn van ijzer of hoogstens verguld. Andere priesters staan voor reproducties van schilderingen en zegenen de laatste pelgrims die naar binnen schuifelen. In sommige van de gangen zijn kleine grotten uitgehakt. Erin bevinden zich kluizenaars. Het zijn kleine mannetjes in een opgevouwen houding. Sommigen hebben iets weg van een priester maar even vaak doen ze denken aan een trol uit een sprookjesattractie, of aaneen circusaapje. Gezien de bedragen die de langsstromende gelovigen voor hen neerleggen, en de manier waarop die steevast snel en discreet uit het zicht worden geplaatst, zouden dit wel eens de rijkste mannen uit het dorp kunnen zijn.
Website van de auteur: pictures.theomolenaar.nl